#Dr.b/2020-07-05

Zuivelfabrieken.nl

voorgaande

voorgaande

versie-7.0

De Samenwerking fusie van CZ. Grolloo Anloo en Rolde 1968 - 1977

  Naar Domo-Bedum 1963-1982

Juni 1968 Oprichting van De Samenwerking. Kort daarna werd de Drentsche melk via Oosterwolde aan Workum geleverd...


Eind 1969 werd De Samenwerking (Anloo, Grolloo en Rolde) lid van De Zuidoosthoek (ZOH) (Oosterwolde)


29 December 1977 werden de leden van De Samenwerking rechtstreeks lid van ZOH en hield De Samenwerking - allen de melkinrichting van Rolde was nog over - feitelijk op te bestaan!

  MAP Domo-Bedum 1963-1982

  MAP De Veemarkt Commentaar

  Volledige tekst knipsels ook in  MAP Domo-Bedum 1963-1982 / en MAP Drents-Groninger zuivelbond



   Geen venster - hier ophalen - www.zuivelfabrieken.nl

Over de zuivelfabrieken van Anloo, Grolloo en Rolde staat in het, door Oud-burgemeester Dr. T.H. Oosterwijk geschreven gedenkboek, “Honderd jaar zuivelindustrie in Oosterwolde” enkele wetenswaardigheden. - Zie bovenstaande link


Voor meer informatie over de zuivelindustrie in ,,Oosterwolde en Omstreken” - tot 1989 - verwijs ik naar dit zeer lezenswaardige boek.


Hierna iets over de samenwerking/fusie van Anloo, Grolloo en Rolde, met de Zuid-Oost-Hoek in 1968. Dit gezien vanuit ZOH. perspectief. De, in het boek ook aanwezige, korte historische beschrijving van de drie afzonderlijke fabrieken is bij de genoemde fabrieken geplaatst!  


Samenwerking met “De samenwerking” gezien vanuit ZOH perspectief

blz. 87 - 89

In het begin van 1968 hebben er gesprekken plaats gevonden met de besturen van de zuivelfabrieken van Rolde en Grolloo omtrent de levering van hun melk. Op 12 januari 1968 werd er met de besturen van deze bedrijven vergaderd. Rolde verwerkte 10 miljoen kg melk en Grolloo 6 miljoen. Aanleiding tot de gesprekken was, dat deze bedrijven bij de DOMO weg wilden. Zij voelden zich daar niet erg gelukkig meer en leefden in de overtuiging, dat de DOMO haar eigen oprichters had vergeten en de Drentse boeren wel zou vertellen, wat zij moesten doen. Dat wilde men in Rolde en Grolloo, hoewel ook zij mede­oprichters van de DOMO waren, niet. De gesprekken verliepen heel plezierig, het ging echter niet zo snel.


Eind februari hadden deze bedrijven weer een bespreking met de hoofddirekteur van de DOMO en dit was kennelijk zo bemoedigend, dat de beide bedrijven hun fusievoorstel en uittreding uit de DOMO weer terugnamen. De secretaris van het Rolder bestuur schreef als laatste zin van de notulen van de betreffende vergadering: „Hopende dat we het goed gedaan hadden”. In begin april 1968 kwam er een rapport van de DOMO, waarvan de inhoud als zeer teleurstellend werd ervaren. Alles wat de hoofd­direkteur had gezegd, werd weer teruggenomen. Het wantrouwen tegenover de DOMO werd alleen nog maar groter.


Inmiddels had ook het bedrijf uit Anloo, dat 8 miljoen kg melk verwerkte, zich gemeld. Eind april 1968 waren de besturen van de drie bedrijven het in beginsel over een fusie en om uit de DOMO te treden eens. Eind mei werd er weer gesproken met „De Zuid-Oost-Hoek”. Alhoewel men daar tot 1 augustus nog bepaalde verplichtingen had, was men niettemin bereid direkt de melk te ontvangen. Op 6 juni 1968 hielden de bedrijven van Anloo, Grolloo en Rolde elk een buitengewone ledenvergadering over de liquidatie van hun respectievelijke bedrijven en het oprichten van een nieuwe coöperatieve vereniging „De Samenwerking” te Rolde.

 Tekst ontstaan De samenwerking - uit boek 100 Jr. ZOH - 1089

De fusie werd met vrijwel algemene stemmen aangenomen. Het opvallende was overigens, dat er weinig of niets gezegd werd over de fusie, maar zoveel te meer over de uittreding uit de DOMO.

Op 20 juni werd de acte tot oprichting van de Coöp. Zuivelfabriek en Aan- en Verkoopvereniging „De Samenwerking" te Rolde gepasseerd en met ingang van 22 juni 1968 ging de melk uit Drenthe via Oosterwolde naar Workum. Dit alles gebeurde op basis van een leveringscontract.


Er waren natuurlijk nog wel wat problemen. De DOMO zag met lede ogen melk uit Drenthe gaan. Toen er door de transportonderneming Kroon melk werd geleverd in Oosterwolde - dat was in de eerste week van juli - werd dit bedrijf onmiddellijk uitgesloten van DOMO-transporten. De DOMO probeerde op alle mogelijke manieren de levering van deze Drentse melk tegen te houden en zette ook de Friese toporganisaties Frico en C.C.F. onder druk de melk niet te aanvaarden. Dat ging natuurlijk niet. Men kon ,,De Zuid-Oost-Hoek” niet verbieden de melk te ontvangen, maar de nabetaling van de C.C.F. ging uiteraard wel aan de Drentse boeren voorbij.


Datzelfde gold uiteraard voor de nabetaling van de DOMO, die dat jaar op de vrijwel ongekende hoogte van 5 ct per kg melk kwam. Daar zaten de Drentse bedrijven natuurlijk wel mee. Over 1968 hadden zij 37,10 ct per kg melk kunnen betalen, terwijl „De Zuid-Oost­-Hoek" liefst 41,44 ct had betaald. Dat wist men uiteraard. Daar werd natuurlijk met „De Zuid-Oost-Hoek" over gesproken. De oplossing werd hierin gevonden, dat werd aangenomen, dat de Drentse melk tot poeder werd verwerkt, waarvan de verwerkingskosten lager lagen dan bij boter of kaas. En zo kon „De Zuid-­Oost-Hoek" de Drentse partners gelukkig maken. Daardoor konden ze het eerste jaar op een prijs komen van 38,17 ct per kg melk. Ze waren er zich in Drenthe echter wel van bewust, dat hier iets tegenover moest staan. En dat moest gezocht worden in een nauwere binding met de Drentse bedrijven en/of hun leden.


Dat kwam ook al duidelijk tot uitdrukking in het eerste jaarverslag van de coöp. vereniging „De Samenwerking", waarin o.m. stond: „Willen wij echter met onze 24 miljoen kg melk mee profiteren van de opbrengsten uit een modern ingericht verwerkingsbedrijf, dan zal een nauwere binding in één of andere vorm met „De Zuid-Oost-Hoek" gewenst zijn". De bedrijven waren inmiddels eind 1968 uit de DOMO gezet.


Men was uitermate tevreden over de samenwerking met „De Zuid-Oost-Hoek". Er werd zelfs gezegd: „Wij hebben het gevoel, dat we meetellen en praten met mensen, die ook een idee hebben het zo goed mogelijk te doen zonder franje en hoog­dravende gesprekken”. Eind september 1969 was er weer met „De Zuid-Oost­Hoek” gesproken en had men in principe overeenstemming bereikt over de organisatorische problemen van een lidmaatschap van „De Zuid-Oost-Hoek”. De Drentse leden kregen dan uiteraard dezelfde melkprijs als alle andere leden van „De Zuid-Oost-Hoek”. Eind 1969 werd de coöp. vereniging „De Samenwerking" te Rolde lid van „De Zuid-Oost-Hoek”.

Men ging er daarbij vanuit, dat de toporganisaties de door Rolde aangebrachte melk zouden beschouwen als te zijn Friese melk. De toekomst zou uitwijzen of deze veronderstelling juist was. Door het lidmaatschap van „De Samenwerking” verschenen in de loop van 1971 de eerste vertegenwoordigers uit Drenthe in de verschillende bestuurscolleges van „De Zuid-Oost-Hoek”.


Nasleep van de samenwerking blz. 101/102

Begin jaren 70 waren er nog steeds problemen, dat was de verhouding tot de coöp. zuivelfabriek „De Samen­werking” in Rolde, waar de bedrijven uit Anloo, Grolloo en Rolde in waren opgegaan. Zoals reeds werd vermeld, werd in 1968 een melkleveringscontract gesloten. Dit kon echter geen genade vinden in de ogen van de Friese en Drentse toporganisaties.


In 1971 werd daarom de weg vrijgemaakt, dat de vereniging in Rolde als vereniging lid zou kunnen worden van „De Zuid-Oost­Hoek”. Een punt, dat daarbij de aandacht vroeg, was het uittreegeld. Dit bedroeg 15% van het ontvangen melkgeld. Maar in Rolde had men onplezierige herinneringen aan uittreegeld i.v.m. het opzeggen van het lidmaatschap van de DOMO. Men werd het eens over de formule, dat wanneer een termijn van 4 jaar in acht zou worden genomen, het uittreegeld 1½ % zou bedragen. Men dacht, dat men er nu was. Maar ook de toetreding van „De Samenwerking” tot „De Zuid­-Oost-Hoek” behoefde toestemming van de C.C.F. Deze kwam niet en dus bleef de nabetaling door de C.C.F. uit.


Er was overigens wel een vreemde situatie, want de omslag van de Friese Zuivelbond werd wel over de Drentse melk geheven, maar die melk werd verder niet met Friese melk gelijkgesteld. Inmiddels werd er over gesproken om de melkontvangst in Rolde te beëindigen. Er waren zo veel tankmelkers gekomen, dat het restant aan bussenmelk wel door de bedrijven in Elsloo en Oosterwolde kon worden opgevangen. Dat gebeurde in het begin van 1976. In dat jaar werd ook duidelijk, dat als „De Zuid-Oost-Hoek” de bepaling in haar statuten schrapte, dat verenigingen lid konden zijn, de C.C.F. de Drentse melk als Friese melk zou aanvaarden. Het bezwaar, dat de C.C.F. tegen de bepaling in de statuten van „De Zuid-Oost­-Hoek” had, was overigens niet geheel onterecht. Daardoor bestond, althans in theorie, de mogelijkheid dat b.v. de DOMO lid zou kunnen worden van „De Zuid-Oost-Hoek”. Dat zou gevaren kunnen inhouden voor de C.C.F. Zou het artikel worden geschrapt, dan zouden de Rolder boeren rechtstreeks lid kunnen worden van „De Zuid-Oost-Hoek”. „De Zuid-Oost-Hoek” wijzigde haar statuten in de zomer van 1977.


Maar ook de coöp. zuivelfabriek „De Samenwerking” moest haar statuten wijzigen. De plicht van de leden tot levering van hun melk aan de Rolder fabriek moest worden geschrapt. Dat had nog al wat voeten in aarde, want de melkleverende boeren waren niet alleen lid van de zuivelfabriek, maar ook van de aan- en verkoopvereniging en korenmaalderij. De problemen werden opgelost en op 29 december 1977 werden de statuten gewijzigd. Toen was de weg vrij voor de Rolder boeren om lid te worden van „De Zuid-Oost­Hoek”. Een half jaar later had al meer dan de helft dat gedaan. Met de beslissing van „De Samenwerking” was het geschil met de C.C.F. opgelost en werd de Drentse melk beschouwd als rechtstreeks ontvangen melk.

  Terug naar Anloo

  Terug naar Grolloo

  Terug naar Rolde

  Naar tekst ontstaan De Samenwerking

  Naar  Zuivelplan Drenthe

 Knipsels de Samenwerking 1968 - 1977

  MAP Drents-Groninger Zuivelbond

NvhN-1968-02-03 tekst in MAP D-G-Zuivelbond

De Samenwerking

  Naar  ZOH   en    Oosterwolde

Zuid-Oost-Hoek Oosterwolde                        Bron: boek 100 Jr. ZOH 1989