#Ov/2020-11-09

versie-7.0

voorgaande

voorgaande

Melkbezorging 1948 aan de Elferinksweg in Enschede

Tekst bij mail: Ik herinner me dat mijn moeder vaak een oord melk nam. Op het internet vind ik daarvoor verschillende maten, o.a. 0,408 liter melk, maar in mijn herinnering was dat een halve liter. De melkboer goot voorzichtig een litermaat leeg totdat de bodem zichtbaar werd.

Beide kleurenfoto’s van de CZ. Boekelo zijn afkomstig van de website ‘stichting Historische Kring Boekelo Usselo Twekkelo’


Meer zuivel foto’s op http://www.historische-kring-boekelo.nl/index.php/foto-archief

Melkventwagen uit de jaren 60 /70

http://www.boeke-loos.nl/archief/2008/01%20januari/30.html


OVER DE COÖP. ZUIVELFABRIEK BOEKELO


Gerrit Wevers stelt voor niet te praten hoe het allemaal vroeger was en wie er werkten, maar wil een beeld geven van een aantal belangrijke veranderingen bij de melkfabriek (Coöp. Zuivelfabriek Boekelo) en hoe die aansloten op veranderingen binnen de zuivelindustrie in Nederland. Dit verklaart dan meteen waarom de fabriek in Boekelo op een hoog niveau is gekomen. Het was bekend dat de melkprijs die de boeren in Boekelo (leden) voor hun geleverde melk ontvingen, gemiddeld hoger lag dan een aantal omliggende zuivelfabrieken betaalden aan hun leden.


Medio jaren zestig werd er landelijk een mogelijkheid opengesteld om met overheidssubsidie de koeling van melk op de boerderij en het gekoelde transport ervan naar de fabriek op gang te krijgen in Nederland. Het bestuur en directie van de Boekelose fabriek voelden er wel voor om mee te doen, hoewel men zich goed bewust was van het feit dat het niet eenvoudig uitvoerbaar zou zijn en veel weerstand zou oproepen, vooral bij de kleinere boeren.


Een vijftal bedrijven in Nederland werden uitgenodigd om aan het project mee te doen. Dit waren de wat grotere bedrijven: Flevopolder, Dronrijp (Friesland), Lutjewinkel (N.H.), Maasdal bij Venlo en Boekelo voor het Oosten. Voorwaarde voor Boekelo, als kleinste fabriek met een aanvoer van ongeveer 5 miljoen kg melk per jaar, was dat allen meededen met project.


In Den Haag vond men het interessant om juist op de Twentse zandgrond een dergelijk project te hebben. Na veel gepraat, voorlichting, grote inspanningen en forse investeringen, lukte het na enkele jaren het project af te ronden.


De gevolgen waren een betere kwaliteit melk en een upgrading van de melkveehouderij in en rondom Boekelo. Om aan het project mee te doen was het nodig dat de boerderijen beter bereikbaar werden, tankauto’s vervingen trekkers en paarden. Ook waren betere wegen en erfverhardingen nodig. Een eigen puinbreker werd aangeschaft om de verharding van de wegen naar de boerderijen te faciliteren.


Tevens moest de stroomvoorziening in orde zijn en de watertoevoer voorzien van warm en koud water om de tanks goed te kunnen reinigen. De boerderij moest beschikken over een apart melklokaal waarin de gekoelde melk in de tanks moest kunnen bufferen.


Een hele ingreep op de diverse boerderijen.


Doordat er geen gesjouw en gesleep met bussen meer nodig was, verdween veel zwaar werk op de boerderij en in de fabriek.


Een stukje nostalgie ging verloren, echter woog dit niet op tegen de vele voordelen.


Uit het hele land kwamen talloze delegaties om te zien hoe het allemaal in z’n werk was gegaan.


De registratie van de kwaliteit van de melk en het meten van de hoeveelheid moest anders. Het was voor de fabriek in Boekelo een project dat grote investeringen vergde, ondanks de verkregen subsidie uit Den Haag. Vele miljoenen waren nog nodig om het project rond te krijgen en laten slagen. Het geheel was binnen de exploitatie niet alleen op te brengen. Geleend moest worden bij de toen Twensche Bank die het wel aandurfde met Boekelo in zee te gaan.


De melktanks werden voor een deel in Nederland en een deel in Italië gekocht. Ook met de Italiaanse Bank werden afspraken gemaakt over de betalingen. Het was voor Boekelo een pracht en geslaagd project.


Een ander project bij de Zuivelfabriek Boekelo was het opstarten in 1954 van het verkoopbureau “Multifarm” met als doelstelling het verkopen van langhoudbare zuivel o.m. diverse soorten koffiemelk, chocolademelk, melkcups en andere alleen langhoudbare producten. Boekelo was toen een bedrijf dat dagverse producten en roomboter maakte voor de bewoners in de omgeving van Boekelo en een deel van Enschede.


Het verkopen van langhoudbare zuivel gaf de aangevoerde melk wat meerwaarde zodat ook dit bijdroeg tot een hogere melkprijs voor de boer.


De eerste klant die “Multifarm” kreeg was (de toenmalige winkelketen) Sperwer Nederland.


De groei zat er goed in en hierdoor kwamen in Boekelo problemen inzake de benodigde ruimte om uit te breiden. Ook de aangevoerde melk van de Boekelo-leden was niet meer toereikend om dagvers en landhoudbaar te produceren.


Het Bestuur en de Direktie van de fabriek zochten toenadering tot de zuivelfabriek Dinkelland te Losser om gezamenlijk dit project voort te zetten.


Boekelo ging verder met de dagverse producten en Losser nam het langhoudbare kanaal voor z’n rekening.


Multifarm” ontpopte zich als leverancier van private label producten en leverde o.m. aan Albert Heijn, Vege, Vivo, Spar, De Boer en diverse andere grote organisaties.


Er waren dagen dat er per dag 12 tot 15 vrachtauto‘s met lang houdbare zuivel in Nederland moest worden gedistribueerd.


De verkoop liep dermate goed dat ook de grotere bedrijven van langhoudbare o.m. Friese Vlag, Nutricia, Melkunie en ook Campina rekening gingen houden met dat toch wel kleinere “Multifarm”.


In het dagverse gebeuren werden de taken van bezorging aan huis door de diverse melkbezorgers overgenomen door supermarkten. Langzaam verdween de melkbezorger uit het straatbeeld.


Door deze en vele andere veranderingen binnen de zuivel zochten de diverse zuivelfabrieken in Twente toenadering tot elkaar. In Twente werd Ormet gevormd (Haaksbergen, Almelo, Hengelo, Enschede, Oldenzaal en Boekelo). Het hoofdkantoor kwam in Enschede.


Boekelo werd in 1976 gesloten en de medewerkers kwamen binnen Ormet elders te werken. Dinkelland in Losser bleef zelfstandig tot de sluiting in het jaar 2000.


De fabriek in Boekelo stond op plaats waar nu Bennie ten Brincke en Conrad staan.

Een mooi stuk historie over de bedrijvigheid in Boekelo.

Gerrit Wevers, bedankt voor dit verhaal!


Jaques van Baal,

Voorzitter Historische Kring


Voorzitter

Directeur

Verwerking

Producten

Opmerking

FNZ / GOZ






1909

J. Klein Wiecherink

F. Huizinge

1.342.864 KG



1918

J. Klein Wiecherink

F. Huizinge

1.264.950



1926

J. H. Leusink

D. Pape

1.775.992



1945

J. G. Wissink

J. G. Pape

1.380.404



1950

E. H. K. J. V. Heek

B. H. Timmermans

3.301.130



1960

E. H. K. J. V. Heek

B. H. Timmermans

4.084.178



ZJB.






26-’32


D. Pape


boter


‘35 - ’47


D. Pape


boter en cons.m


‘49


Vakant


boter en cons.m


“51 - ‘73


B. H. Timmermans


boter en cons.m

 '65 Fusie met CZ. Losser



 




   Google Streete View: Windmolenweg 44 Boekelo - in 2009

 Knipsels zuivelfabriek ‘Boekelo’

Sinds sept 1904 op stoom......

   1894-05-30 1e Statuten CZ. Boekelo




Boekelo Boekelosche CZ.  1894 - 1976

Zie ook - pagina ORMET

Zie ook CZ. Losser

#Boekelo - 1/2

volgende pagina

   Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

voorgaande pagina