#ZH/2020-08-06

versie-7.0

voorgaande

voorgaande

 Waddinxveen andere eigenaar ‘groot-grondbezitter’ J. vd. Breggen  1874 (?) - ?

 Knipsels beginjaren  1871 - 1874 eerste eigenaar W. Werding  († mei 1874)

Kaasmaker was van 1872 to 187?      Muller     Zie opmerking bij Broek in Waterland

Meer over dit eerste Nederlandse kaasfabriekje staat in het Tijschrift v.d. ‘Ned. ver. Nijverheid‘ van 1872

Hier Ophalen

Zoeken op ‘Muller’ of  ‘Waddinxveen’

2. De Wit / Wilemsens                                                                                                  Bron: Boek De Wit / Willemsens 1995


Het eerst gestichte zuivelbedrijf in Nederland is dat te Waddinx­veen (ZH), in 1871. Het was een particulier bedrijf, dat het tot 1904 volhield.


Oprichter was de vooraanstaan­de boer Adrianus van der Breg­gen, die de boerderij “Graan voor Visch” liet ombouwen tot kaasmakerij met kantoor. Er werd gewerkt volgens voor die tijd moderne methoden. Men beschikte 's-zomers over stukken ijs uit de winter die koel werden gehouden in een zeer diepe kel­der, die zich nog bevindt in het huis Noordeinde 8. Van der Breggen was waarlijk een voortrekker in de landbouw, hij had een eigen stamboek voor zowel koeien als paarden. Hij was één van de eersten die kunstmest op zijn land toepaste. Bij zijn maat­schappelijke functies hoort ook die van dijkgraaf.


We weten overigens weinig van het fabriekje af, alleen dat zijn zoon in 1894 in Amsterdam een prijs behaalde met machinaal vervaardigde volvette kazen in het Engelse Derby-model, gemaakt te Waddinxveen van de melk van 175 koeien.

1. Croesen                                                                                                                          Bron: Boek Dr. Ir. V.R.IJ. Croessen - 1931


In 1871 zijn ook een tweetal kaasfabrieken ingericht, onderscheidenlijk te Anna Paulowna en Waddinx­veen; in beide fabrieken werd niet de van ouds inheemse kaassoort vervaardigd, maar de in Amerika en in Derby en Longford gemaakte soorten, waarmee getracht werd op de Londense markt te concurreren. Het succes te Anna Paulowna was zo onvoldoende, dat de fabriek in 1875 weer werd opgeheven. De fabriek te Waddinxveen was aanvankelijk eigen­dom van een kaashandelaar Wernink en werd gedreven door de Heer J. Muller (was eerst kaasmaker in Broek in Waterland). In later jaren is die fabriek door de plotselinge dood van de Heer Wernink in 1874 opgeheven.


[089] De inventaris werd gekocht vermoedelijk door de Heer J. v.d. Breggen Az. en door deze werd daarop tot het jaar 1904 te Waddinxveen een kaasfabriek geëxploiteerd, welke daarna werd opgeheven. In deze fabriek werd in hoofdzaak Derby-kaas gemaakt.




Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl


3 J. A. Geluk                                                                                                                    bron: Boek ‘Zuivelcoöperatie in Nederland’ - 1967


[096] .....Volgens Prof. H.C. van Hall (ophalen) is men deze wijze van kaasmaken later gaan toepassen in Derbyshire en Longford in Engeland en een zekere J. Muller, die Van Hall omtrent een en ander inlichtte, heeft deze kaas ook in Nederland gemaakt. Hij beheerde het kaasfabriekje dat J. van der Breggen, een vooraanstaand landbouwer te Waddinxveen (Z.H.), in 1871 naast zijn boerderij stichtte. Voordien was voor Engelse rekening een soortgelijk (houten) fabriekje te Broek in Waterland opgericht. Het een zomin als het ander werd een succes. Ook niet, toen laatstgenoemd fabriekje in 1871 door een negental boeren te Wieringerwaard werd overgenomen.


4 P. Van Druenen                                                                                                           bron: Boek Een begeerlijk Product - 1990


[....] De drie eerste fabrieken werden alle opgericht in 1871. Twee ervan stonden in Noord-Holland, te Broek-in-Waterland en Anna Paulowna. De derde werd opgericht in het Zuidhollandse Waddinxveen, een dorp aan de Gouwe tussen Gouda en Boskoop.

Het initiatief voor de oprichting van deze fabriek werd genomen door een plaatselijke kaashandelaar de heer Wernink. Kaasmaker werd J. Muller die daarvoor in Engeland en in Broekin-Waterland ervaring had opgedaan. Het bedrijf produceerde, net als de andere fabrieken in die tijd, Derby en zware Amerikaanse kazen. Hiermee werd getracht op de Engelse markt te concurreren. Ook de inrichting was gebeurd volgens het Engelse voorbeeld, waarvoor in die tijd door enkele vooruitstrevende wetenschappers propaganda werd gemaakt:...in de factorijen worden groote hoeveelheden kaas ineens gemaakt, door kundige werklieden, bezigende de beste gereedschappen en werkende naar vaste regels...'

Aan Goudse of Leidse Kaas waagde men zich niet in Waddinxveen. Men zag wel in dat de kwaliteit die de zelfkazers in het gebied leverden in de fabriek voorlopig niet geëvenaard kon worden. Het bedrijf was volledig gericht op de export en heeft het uitgehouden tot 1904. Daarna werd het opgeheven

1892-12-13_GCo    Uit ‘De Ned. Industrieel’.     ( Uit knipsel rechts)

....Wel zijn hier op kleine schaal proeven genomen op de oudeAmerikaansche wijze, en nu eigenlijk volgens de verbeterde methode op de fabriek ven den heer Wernink te Waddingsveen, maar die kleine inrichtingen sleepen te veel kosten na zich voor de onbeduidende productie, en zouden bij vermedigvuldiging van omzet niet veel meer kosten dan zij thans te dragen hebben, waren zij op eene allerzins fabriekmatige  leest geschoeid, om genoegzaam in te kunnen vervaardigen, ten einde de algemeene bedrijfs - en handelskosten te kunnen torschen.

 Uit Schoonhovensche Courant 1874-06-21

 .....Gekocht aan de Goudkade te Waddinxveen een Stoom-kaasfabriek, koper werd de heer J. L. Wijckhuijse, koopman te Gouda voor f 2250 - met inventaris (zie boven.)

1876-07-01   Dertigste Landbouwkundig Congres.  

.........

In antwoord op de vraag of kaasfabrieken hier te lande gewenscht zijn, werd verklaard, dat men verwachtte, den tijd te zien komen, dat de kaasmakerij in het groot, alleen fabriekmatig zou geschieden.

Voor deze waar zijn echter tot nog toe te weinig kooplui, en de groote uitvoer maar Engeland lijdt zeer onder de mededinging uit Amerika, waar de fabriekmatige kaasproductie zeer opneemt.

De uitdrukking: fabrieken is echter onjuist; het zoogenaamd fabriekmatige, is een vereenvoudigde wijze van de gewone bewerking met de hand.

De heer v. d. Breggen, die een kaasfabriek heeft, waar hij de melk zijner 175 koeien verwerkt, boogt op gunstige resultaten.*


De heer Sluis beval zeer dezen fabriekmatigen arbeid aan, ook uit een financieel oogpunt. ......* de heer v.d. Breggen was lid van het hoofdbestuur der Hol. Mij. V. Landbouw.

In oktober 1904 werd het gehele bedrijf  te koop aangeboden.

De kaasfabriek werd niet afzonderlijk genoemd......

In de eerste 3 jaar verwerkte het kaasfabriekje melk van boeren uit de omgeving, na de overname door vd. Breggen werd alleen de melk van de koeien van de eigenaar - 175 stuks! - verwerkt.

.Waddinxveen

Waddinxveen (p) Wernink 1871-1874 / v.d. Breggen 1874 - 1904

 Waddinxveen van der Breggen                               bron: ‘Boek De Wit / Willemsens 1995