#04/2020-08-19

voorgaande

terug naar lijst personen versie-7.0

Zuivelhistorienederland.nl

Bron: Leeuwarder Courant 1938-09-30


Vijf en twintig jaar zuiveldirecteur J. J. Visser


De voorzitter van de Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland Ju­bileert


 Op 3 October a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer J. J. Visser, thans direc­teur van de Coöpe­ratieve Zuivelfabriek te Terwispel, be­noemd werd als directeur eener zuivelfabriek. Naar aanleiding van dit jubileum stond de heer Visser ons een inter­view toe en vertelde ons, dat hij 17 October 1889 te Oosterlittens is ge­boren. „Oorspronke­lijk was het de bedoeling”, aldus ving de heer Visser aan, „dat ik voor het onderwijs zou worden opgeleid. Mijn vader was evenwel administrateur aan de zui­velfabriek te Ooster­littens en mijn oudere broer was direc­teur van de Coöp. Zuivelfabriek te Tjalle­berd. Zoo kwam het dus, dat ik thuis veel en vaak over de zuivel hoorde praten en mede daardoor werd bij mij daarvoor ook belangstelling ge­wekt en wel in die mate, dat ik besloot mijn onderwijs­opleiding te beëindigen en mij ook een toekomst in de zuivelindustrie te schep­pen.



Alleen stond ik nog voor de moeilijke keuse, welke rich­ting ik zou kiezen. Mijn va­der was verbon­den aan wat wij destijds een specula­tieve fabriek noemden en mijn broer aan een coöperatieve fabriek. Dat ik ten slotte ge­kozen heb ten gunste van de coö­peratieve richting, is te danken aan een rede van den heer R. Veeman, vu­rig pro­pagandist en pionier voor de coöperatieve zuivelbereiding, welke ik als jon­geman aanhoorde. Na af­loop daarvan was mijn besluit genomen. Voortaan zou Ik ook strijden voor de coöparatieve rich­ting. Door bemiddeling van mijn broer werd ik als volontair aangesteld in de coöperatieve fabriek te Oudeschoot, waar ik het gansche bedrijf in zijn vollen omvang leerde kennen. Na een ongeveer 3-jarig ver­blijf vertrok ik als assistent naar Tjum. In dien tijd begon de stroomíng meer en meer veld te winnen, dat een opleiding aan de Rijks­zuivelschool te Bolsward voor directeuren eigenlijk on­misbaar was. In Tjum begon ik mij dan ook voor te berei­den voor het toelatingsexamen der zuivel­school. En na een tweejarig verblijf te Tjum slaagde ik voor dit examen. De heer Keestra was des­tijds directeur der in­richting.


Ik ben nog steeds vol waardeering voor hem. Hij was niet tevreden, dat wij op ge­zag zouden aanemen, wat hij ons doceerde, maar hij leerde ons zelf denken. Maar ook aan de overige leeraren, de heeren dr. Slijper, Drie­bergen en Veenstra, van wie de laatste beide reeds overleden zijn, bewaar ik nog steeds de aangenaamste herinneringen. Na met goed gevolg de studie te Bolsward te hebben be­eindigd, werd ik als gedi­plomeerd assistent benoemd te Deinum en na een kort verblijf al­daar, als as­sistent te Oosterend. Dit is mijn laatste betrekking geweest als assis­tent. Met in­gang van 3 Octo­ber 1913 werd ik benoemd als directeur aan de zui­velfabriek te Hol­wierde in de provincie Gronin­gen. Mijn loop­baan als directeur is dus buiten Friesland be­gonnen. Op dien datum trad ik tevens in het huwelijks­bootje. Mijn zilveren jubileum als directeur valt dus samen met mijn zilveren hu­welijksfeest. Ik ben in Hofwierde slechts ruim een jaar gebleven. Mijn hart trok naar Friesland, „it Heitelân”. Ik voelde een groot en vurig idealisme in me, om in Fries­land, waar volgens mij de polsslag van de zuivelcoöperatie hoorbaar klopt, te strijden voor den Frieschen boer en de coöpera­tieve zuivelbereiding. 5 December 1914 vertrok ik als directeur naar Boornbergum en 17 Augustus 1921 volgde mijn benoeming als directeur aan de zuivelfabriek te Terwispel, waar ik nu nog werk­zaam ben”.

J.J. Visser 25 jr. Zuiveldirecteur  - Holwierde, Boornbergum en Terwispel 1913 -1938

J. J. Visser - directeur CZ. Terwispel

   Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

Wij vroegen den heer Visser naar zijn ver­schillende functies, die hij in de zuivel­wereld bekleed had of nog vervulde. En dat waren er vele.

In de eerste plaats dan bestuurslid van den Bond van Coöperatieve Zuivelfabrie­ken in Friesland”, zoo vervolgde de heer Visser. „Nadat ik reeds een tijdlang be­stuurslid van den Bond was geweest, viel mij het vorig jaar de eer te beurt om als voorzitter verkozen te worden en uit dien hoofde heb ik ook zitting in het bestuur van den Algemeenen Neder­landschen Zuivelbond. den F.N.Z. Dan ben ik nog 2 zittingsperioden van totaal 8 jaar lid geweest van de Commissie van Landbouw-coö­peratie, wat men eigenlijk de propaganda­commissie van de zuivelcoö­peratie in Friesland zou kunnen noe­men. Als zoodanig heb ik in Fries­land hier en daar als propagandist lezingen gehouden. Ook ben ik commissaris geweest van de Frie­sche Coöperatieve Zuivel­export Vereeniging, de bekende „Fri­co”. Dan ben ik meer­dere jaren lid geweest van de examencommissie van den F.N.Z. Omdat ik er steeds naar gestreefd heb, zooveel mogelijk gediplomeerd per­soneel in dienst te hebben, heb ik ook heel veel personen klaar gemaakt voor hun examen in de zui­vel”.


Hebben er nog groote veranderingen plaats gehad tijdens uw beheer aan de zui­velfabriek te Ter­wispel?” was onze volgende vraag.

Zeker”, antwoordde de heer Visser. „In 1926 is deze fabriek geheel verbouwd en uit­gebreid. Dan heeft in 1935 de concentratie plaats gevonden met de zuivelfa­briek te Hemrik. En in het afgeloopen jaar, is er een melkpoederlokaal bijge­bouwd. Behalve dat, heb ik steeds zooveel mogelijk gebruik ge­maakt van de nieuwste machines en methodes van zuivelbereiding. Ook heb ik er steeds voor ge­ijverd, dat de melkwinning aan de boerderijen zoo hygiënisch mogelijk ge­schiedde. Maar dat wij zulke mooie resul­taten bij de zuivelbereiding hebben be­haald, is nu niet alleen mijn werk, maar is vooral ook mogelijk gemaakt door de toewijding van mijn personeel. Ik kan gerust zeggen, dat de personen, waarmee ik zoo voor en na heb samengewerkt, voor mij trouwe helpers zijn geweest, die mij steeds gesteund hebben. Zonder hun medewerking had ik dat alleen niet kunnen bereiken. Ook de besturen van de fabrieken waren voor mij hechte steun­pilaren, waarop ik kon bouwen. Daarom, vrienden van ouds en nu, dank voor uw onmis­baren steun. En dan vooral ook onder de boerenbe­volking, waar ik uit den aard der zaak veel mee in aanraking kom, zijn er velen, die, al zeggen ze dat niet met woorden, - een Friesche boer praat nu eenmaal niet graag - je zoo nu en dan la­ten mer­ken en voelen, dat ze als trouwe vrienden in heel veel dingen naast je staan”.


Het was ons bekend, dat de heer Visser, naast zijn drukke werkkring, toch ook nog tijd vindt, om in verschillende vereenigingen en coöporaties een functie te vervullen. Op onze vraag daarnaar wer­den ons genoemd: voor­zitter van de Coöpe­ratieve Boerenleenbank Terwispel, voorzitter van den Ring Oost­Friesland van Boerenleenbanken, voorzitter van de afdeeling Terwispel van het Nut, voor­zitter van de Kaatsvereeniging „Terwispel en Omkriten”, voorzitter van de afdeeling Ter-

wispel van Volksonderwijs, voorzitteg van de Oudercommissie van de U.L.O. te Gorredijk, lid van het Gemeentelijk Crisis-Comité in Opsterland en vanaf de op­richting tot verleden jaar voorzitter van V.V.V. te Terwispel.


Behalve dat, ben ik ook nog ouderling van de Ned. Herv. Gemeente te Terwispel-Tijnje en secundus van het klassikaal bestuur der klassis Heerenveen van de Ned. Herv. Kerk. Vooral mijn godsdienstige gevoelens”, lichtte de heer Visser ons dit laatste toe, „en mijn innige overtuiging, die al mijn leven en werken hier op aarde als tijdelijk beziet in het licht van de eeuwigheid, zijn voor mij in mijn leven een groote stimulans geweest. En nu zou ik nog graag één naam willen noemen. Dit is de naam van meester van der Meulen, het vroegere hoofd der school te Oos­terlittens. Naast een goede leermeester, die heel veel gedaan heeft voor het op­groeiende geslacht en aan wien ik ook zeer veel te danken heb, is mij één gezegde van hem steeds bijgebleven. Als wij zoo oud waren geworden, dat wij de lagere school gingen verlaten placht hij o. m. tot ons te zeggen: „Ik hoop, dat ik er iets toe heb bijge­dragen, om van jullie menschen te maken”. Die woorden heb ik steeds onthouden.


En last not least: Mijn vrouw. Haar ben ik zeer, zeer veel verschuldigd, omdat zij mij in mijn drukke en vaak moeilijke loophaan steeds is geweest een trouwe steun, die altijd naast mij stond”.


Wij vernamen nog, dat het in de bedoeling ligt, om op Maandag 3 October in café Velde te Terwispel, ‘s avonds van 8-11 uur, receptie te houden. Ongetwijfeld zul­len velen van de geboden gelegenheid gebruik maken om den jubilaris geluk te komen wenschen. Aan be­langstelling zal het zeker dien dag niet ont­breken.