#04/2020-08-19

voorgaande

terug naar lijst personen versie-7.0

Zuivelhistorienederland.nl

J.J.C. Ament zuidelijke zuivelpionier / zuivelconsulent

Verzamelde teksten - nog veel niet verwerkt - MAP-Ament

Zie ook pagina Rijkszuivelconsulentschap voor Limburg - ophalen

Off-line tekst - uit archieven.nl (bron in tekst) - pdf-bestand ophalen

Ament J. J. C.


EENIGE LEVENSBIJZONDERHEDEN VAN WIJLEN DEN HEER
J. J. C. AMENT.


De Heer J. J. C. Ament werd geboren te Stramproy den 21 Mei 1864.

Hij maakte zijn studies voor onderwijzer aan de R. K. Normaalschool te Rolduc en werd benoemd tot onderwijzer te Beegden den 1 Januari 1883. Hij werd, na de hoofdakte behaald te hebben op 4 Januari 1891 hoofd der O. L. School te Tungelroy en kwam aldaar in aanraking met de arme zand­ boertjes en werd getroffen door hun zwaren - bijna hopeloozen - strijd om het bestaan. Van toen af aan was zijn streven er op gericht in dien treu­ rigen toestand eenige verbetering te brengen. De middelen, waarvan hij ver­ betering verwachtte, waren onderlinge samenwerking en wetenschappelijke uitoefening van het landbouw- en zuivelbedrijf.


Een begin van samenwerking in een meer wetenschappelijke toepassing van het zuivelbedrijf, of beter gezegd van de botermakerij, kreeg hij tot stand in Mei 1892 door de oprichting van een handkracht-boterfabriekje voor geza­ menlijke rekening van een aantal vooruitwillende boeren. Dit was het begin van den Heer Ament zijn „landbouworganisatorsleven”.


[420] Het voorbeeld van Tungelroy vond spoedig navolgens in Limburg en het Oosten van Noord-Brabant, waarbij de Heer Ament overal de raadgever en de vraagbaak was. In 1893 bestonden er reeds eenige tientallen van zulke fabriekjes. Met dit succes was de Heer Ament echter nog niet tevreden, hij wenschte verdere uitbreiding en meer samenwerking. Dit laatste werd inge­ leid door de oprichting van den Zuid-Nederlandschen Zuivelbond in Sep­ tember 1893, waarbij 32 Zuivelfabrieken zich aansloten en waarvan de heer Ament Bestuurslid en secretaris werd. Doch alweer wilde de heer Ament verder; de samenwerking moest productief gemaakt worden, speciaal de ver­ koop der boter had zijn aandacht en zoo kwam in Maart 1895 de botermijn van den Zuid-Nederlandschen Zuivelbond te Maastricht tot stand.


Bij al de drukte voor zijn school en voor de zuivelbereiding wist de heer Ament nog tijd te vinden voor studie in de landbouwkunde, met het gevolg, dat hij in 1896 te Wageningen slaagde voor Landbouwkunde L.O. Toen in 1897, wegens de steeds toenemende fabriekmatige zuivelbereiding in Limburg een Zuivelconsulent werd aangesteld, werd de heer Ament daartoe aange­ zocht, omdat men in hem meende te vinden de juiste persoon op de juiste plaats. Deze dacht er echter anders over en wilde het hem dierbaar geworden Tungelroy niet verlaten.


Intusschen begon hij zijn landbouwkennis productief te maken, door het geven van lessen aan onderwijzers, die zich voor de landbouwacte voorbereidden: die lessen werden later tot een cursus uitgebreid. Ook richtte hij in 1897 te Weert een landbouwwintercursus (de eerste in Limburg) op, waarvan hij de hoofdleiding op zich nam.

Naast dat alles werd hij ook nog leeraar aan de Rijksnormaalschool te Weert. Aldus verstreken eenige jaren, waarin wat de zuivel betreft, den strijd werd aangeboden voor den goeden naam van onze boter in het buitenland, wat tot een vast resultaat kwam in 1904 door de oprichting van het Botercontrolesta­ tion te Maastricht, als instelling van den Zuid Ned. Zuivelbond.

Toen in 1905 de functie van zuivelconsulent in Limburg vacant kwam, werd de Heer Ament weer daarvoor aangezocht. Nu meende hij niet langer te mogen wei­ geren en nam die functie aan. Als gevolg daarvan nam hij op 1 April 1905 ontslag als hoofd van de school te Tungelroy en uit eenige andere functies. Ook als bestuurslid van den Z. N. Z. trad hij af, doch bleef secretaris. Hij werd echter direct leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool te Sittard.


In 1914 kwam door zijn toedoen de landbouwhuishoudschool te Posterholt tot stand, waarvan hij tot 1926 directeur was.

Tijdens den wereldoorlog van 1914 - 1918 was hij op alle mogelijke wijzen, ook als lid of voorzitter van verschillende commissies, werkzaam voor de landbouwers, zuivelbereiders en in het algemeen voor de voedselvoorziening. Wij noemen hier: Voorzitter van de Botervereeniging.

Op 1 September 1918 werd hij benoemd tot Regeeringscommissaris belast met de graaninzameling in Limburg. Door deze buitengewoon zware en ver­ antwoordelijke positie was hij genoodzaakt de functie van Zuivelconsulent en Secretaris van den Z.N.Z. tijdelijk neer te leggen.


In 1920 toen zijn werkzaamheden als regeeringscommissaris geëindigd waren, [421] werd hij benoemd tot Directeur van den Limburgschen Land- en Tuinbouw­ bond, terwijl hij definitief als Zuivelconsulent bedankte. Begin 1921 werd hij door den kring Weert weer tot Bestuurslid van den Zuid Ned. Zuivelbond gekozen en spoedig daarna door het Bestuur van dien bond tot voorzitter benoemd, waarbij hij voor goed als Secretaris van den Z.N.Z. bedankte.

In 1922 werd de Heer Ament gekozen tot lid van de Tweede Kamer der Sta­ ten Generaal.


Verder bekleedde hij nog verschillende functies o.a.:

Voorzitter van het Botercontrolestation „Maastricht”.

President-commissaris van de N.V. Pensioenverzekering „Jan Truijenfonds”. Voorzitter van diverse commissies van den Z.N.Z. zooals: Commissie van den Boterafzet, Commissie voor de boterkeuringen, Inspectiecommissie. Lid van de commissie van Aankoop en van de vertrouwenscommissie. Sedert 1908 voorzitter van de Examen-commissie van den Algemeenen Ne­ derlandschen Zuivelbond.

Sedert 1909 Ondervoorzitter van den Alg. Ned. Zuivelbond. President-commissaris van de Nederlandsche Landbouwbank. President-commissaris van de Coöp. Roermondsche Eiermijn. Lid van de commissie van advies voor de Rijkslandbouwproefstations. Lid van de centrale commissie voor de Botercontrolestations. Lid van de tariefcommissie.

Verder nog voorzitter of lid van tal van Commissies op landbouw- en spe­ ciaal op zuivelgebied.

Indertijd Voorzitter van het R. K. Huisvestingscomité in Limburg.

In 1926 Voorzitter van de Groote Land- en Tuinbouwtentoonstelling te Venlo.


Dat het werk van den Heer Ament ook door de hooge autoriteiten gewaar­ deerd werd, blijkt wel daaruit, dat hij door H. M. de Koningin benoemd werd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau en tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, terwijl de Belgische Regeering hem tot Commandeur der Leopoldsorde benoemde.


   Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl