#Ov/2020-08-04

versie-7.0

voorgaande

voorgaande

naar oorsponkelijke site naar oorsponkelijke site


Staphorst Tentoonstelling

Meppeler Courant

Stentor

Geen venster - hier ophalen - www.zuivelhistorienederland.nl

voorgaande pagina voorgaande pagina

Staphorst - 2/2

De wondere wereld van het witte goud        Bron: http://www.meppelercourant.nl/index.php?n_id=13014&s_id=693


maandag 14 mei 2007 09:53

STAPHORST – ‘Melk van producent naar consument‘, dat is de titel van de nieuwe expositie in het Koetshuus in Staphorst, die morgenavond wordt geopend door Ben Wevers, directeur van Rouveen Kaasspecialiteiten. Deze bijzondere en eerste echt lange zomerexpositie geeft een blik in de opmerkelijke zuivelgeschiedenis van Staphorst.

Van het traditioneel botermaken op de boerderij tot de hypermoderne kaasfabriek in Rouveen. Planken vol boeken zijn erover verschenen. Niet vreemd. Staphorst was een typische zuivelgemeente, met op het hoogtepunt zestien kleine zuivelfabriekjes met namen als De Kleine Winst, de Vlijt, Ons Voordeel, Tubantia en Helpt Elkander. Prachtige namen uit een prachtig verleden.

De hondenkar, paard en wagen of gewoon spierkracht, geen middel werd onbenut gelaten het witte goud te vervoeren naar de fabriekjes. Eerst op handkracht, later op stroom, een hele vooruitgang. Natuurlijk zijn ook de vele varianten van de melkbus te zien, niet weg te denken uit Staphorst en Rouveen. Pas in 1998 kwam het einde van de bus. De bezoeker krijgt alles te zien. Via foto‘s en veel, heel veel materiaal dat bij particulieren en verzamelaars is opgeduikeld. Zelfs de sigaren en de voorzittershamer, gebruikt op leden- en jaarvergaderingen van ‘De Nijverheid‘ ontbreken niet. Alles is door een commissie van zes vrijwilligers verzameld en opgesteld.

Oude karntonnen, boterspatels, laboratoriumopstellingen, platen van Jetses, roomvaten, alles is te zien. Natuurlijk ontbreekt de botterbenne niet, waarmee Staphorster vrouwen hun producten op de rug naar de markt brachten. Prachtige foto‘s illustreren het geheel. De grote karnton, vaak door een paard aangedreven, is ook in de expositie opgenomen.
De expositie is volgens de voorzitter van de Historische Vereniging Staphorst, Henk Luten, zoon van een melkboer, niet alleen bedoeld voor toeristen, maar ook voor autochtonen. ‘De mensen zullen echt veel herkennen.‘ Nu is er nog één fabriek over en wel Rouveen Kaasspecialiteiten. ‘Nog steeds heel bijzonder‘, vindt Luten. `Een kleine gemeente met een eigen zuivelfabriek, dat zie je bijna nergens.‘
De expositie is op de inloopmiddagen te bewonderen, op de tweede en derde vrijdag van de maand. Er wordt gewerkt aan extra openingen.


Elk dorp zijn eigen zuivelfabriek

Bron: http://www.destentor.nl/regio/zwolle/2842102/Elk-dorp-zijn-eigen-zuivelfabriek.ece

woensdag 19 maart 2008 | 03:09 | Laatst bijgewerkt op: dinsdag 20 mei 2008 | 15:16


STREEKCULTUUR - Tientallen kleine zuivelfabriekjes stonden begin vorige eeuw in Noord-West Overijssel. Elk dorp had er wel één. De eersten werden eind negentiende eeuw opgericht.


"Voor die tijd verwerkten de boerinnen de melk op de boerderij", vertelt Henk Luten, voorzitter van de Historische Vereniging Staphorst. " Met de komst van de eerste melkfabrieken zei men dan ook 'nu krijg je dikke wijven en magere kalveren'."

Die magere kalveren sloegen op het feit dat boeren nu de meeste melk naar de fabriek brachten. De kalveren kregen melk van de fabriek te drinken die minder vet was dan de normale koeienmelk.

Aan het begin van de twintigste eeuw waren er al zo'n 1000 zuivelfabrieken in Nederland. Daarvan stonden er ongeveer 80 in Overijssel. De meeste fabrieken waren coöperaties, maar er waren ook enkele particuliere zuivelfabrieken.

"Bij de coöperaties kregen de boeren een voorschot voor de melk", zegt Luten, die zelf ook lange tijd in de zuivelindustrie heeft gewerkt. "Daarnaast deelden ze in de winst."

Door samen te werken in een coöperatie konden boeren hun producten in een groter gebied verkopen. Ook hadden ze minder last van schommelingen in de markt en hoefden ze de melk niet meer zelf te verwerken.

Dorpen als Staphorst, Rouveen en Steenwijkerwold hadden opvallend veel zuivelfabrieken. Zo stonden er alleen aan De Streek (de Oude Rijksweg en Gemeenteweg) al 15. Luten: "Dat kwam omdat daar veel kleine boerderijen dicht op elkaar stonden." Waar coöperaties in andere gebieden veel samenwerkten, was hier juist sprake van versnippering. "Dat had niet te maken met een splitsing in geloofsrichting of iets dergelijks", zegt Luten, die recent de ontwikkeling van zuivelfabrieken in Staphorst en Rouveen op de expositie '100 jaar zuivel' heeft laten zien. "De kleinschaligheid van de coöperaties beviel gewoon uitstekend. Ze behaalden goede resultaten en lange tijd was er dus geen reden om iets te veranderen."

Uiteindelijk sloeg ook hier de schaalvergroting toe. De fabrieken fuseerden of werden gesloten. De gebouwen werden gesloopt of kregen een nieuwe bestemming.

Alleen Coöperatieve Zuivelfabriek Rouveen is nog open. "Dat deze regio nog een eigen fabriek heeft, is vrij uniek", zegt Luten. "De fabriek heeft kunnen overleven door zich helemaal op kaas-specialiteiten te richten. Daarmee hebben ze een niche in de markt gevonden."