#Ov/2020-08-04

versie-7.0

voorgaande

voorgaande

Bron: https://www.facebook.com/HerinnerJeDeventer/posts/643089362456228  Geplaatst 6-5-2015

Zie ook pdf


De zuivelfabrieken in de IJsselstreek. (bron Nijvertijd 13)

We kennen ze, de zuivelfabrieken: ze waren lange tijd niet uit dorp en stad weg te denken. Ze vormden het symbool van de vitaliteit van de landbouw en van een unieke samenwerkingsvorm die in Nederland in deze sector lange tijd heeft bestaan - en nog bestaat - de coöperatie. We kunnen onze landbouwcoöperaties als een van de kroonjuwelen van de Nederlandse economie beschouwen. Alleen het aardgas kan zich daarmee meten. Op de top 50-lijst nam melk plaats in de top 5. Die positie heeft de landbouw vooral dankzij haar oersterke netwerk van organisaties kunnen verwerven en behouden. Ook de zuivelindustrie is er in geslaagd die toppositie te handhaven. De ontwikkeling is in de jaren vijftig van de vorige eeuw in een ware stroomversnelling gekomen. Toen bestonden de dorpscoöperaties nog. In de jaren zestig gingen deze op in regionale coöperaties, die in de laren zeventig regionale fabrieken stichtten. Thans zijn er in Nederland landelijk nog twee grote maatschappijen, die zich op zuivel en aanverwante producten richten: Campina en Friesland Coberco Dairy Foods (met het topmerk Friese Vlag). Het gaat nu om internationaal georiënteerde bedrijven met een miljardenomzet en vele medewerkers. Het is bijzonder, dat bij beide bedrijven de coöperatieve vorm is behouden. Het is een duale vorm geworden. Ze hebben naast de coöperatieve vorm werkmaatschappijen met een NV en BV structuur. Tot in de tweede helft van de negentiende eeuw werden melkproducten als boter en kaas vrijwel alleen op de boerderij gemaakt. De daarvoor benodigde room komt van nature bovendrijven in de platte houten, later koperen bakken (aden) en het afgeschepte melkvet wordt vervolgens gekarnd, waardoor het indikt: een zwaar en tijdrovend karwei. Soms zorgde een paard voor de aandrijving van de karn. Machines Een belangrijke uitvinding was dan de melkcentrifuge in 1859. De Zweedse ingenieur De Laval ontwikkelde in samenwerking met machinebouwer Alfa een “'separator”, die ook kleine verontreinigingen verwijderde en in combinatie met een stoomturbine efficiënt werkte. Omdat nu grote hoeveelheden room konden worden geproduceerd, bespoedigde dit de mechanisatie en de stichting van zuivelfabrieken. Louis Pasteur ontdekte midden negentiende eeuw dat er een optimale temperatuur bestaat voor levensmiddelen. Enkele decennia later werd de 'pasteur' ontwikkeld, die de melk snel op 72-78 graden Celsius brengt en weer terug koelt naar 4 graden, zodat hij geschikt blijft voor kaasbereiding. Pas vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd pasteurisatie wettelijk verplicht. Door bovengenoemde ontwikkelingen werd in onze streek tussen 1890 en 1920 in vrijwel iedere plaats een zuivelfabriek opgericht. In het begin particuliere, maar al snel vooral coöperatieve bedrijven, omdat de boeren bij deze beheersvorm zelf betrokken bleven, het risico van mislukken gering was en zij iets terugzagen van de meeropbrengst. Eerst werkten sommige fabrieken nog met hand- of paardenkracht, maar de stoommachine werd spoedig algemeen : behalve aandrijving was ook warmte nodig bij het productieproces. Er was nog een oorzaak voor de groei: door de dalende graanprijs werd akkerland omgezet in weidegrond. Schaalvergroting en fusie. In de periode tot de Tweede Wereldoorlog gaat de mechanisatie verder met onder andere de lopende band en de melkbussen-spoelmachine. De fabrieken werden uitgebreid en gemoderniseerd In de naoorlogse jaren zijn er grote veranderingen: de melkprijs zakt in en er ontstaat een 'boterberg'. Later komen daar de verscherpte eisen i.v.m. het milieu en de hygiëne bij. In 1950 sluiten de coöperatieve fabrieken in Wesepe (“|Nieuw Leven”), in Colmschate ('de Weteringen') en in Bathmen zich aaneen tot de 'Verenigde Coöperatieve Fabrieken 'IJsseldal'. In 1954 werd 'Ons Belang' in Deventer opgekocht. Ook hier was een belangrijke ontwikkeling de specialisatie: de fabriek in Colmschate werd verbouwd met het oog op de melkpoederproductie, in Bathmen werd in 1952 een kaasmakerij geopend en in Wesepe werd het assortiment consumptie melkartikelen steeds verder uitgebreid. Aan de Boxbergerweg in Deventer, waar het hoofdkantoor gevestigd was, bevonden zich de koelcellen voor de bevoorrading van de stad. Met de bedrijven uit Wilp en Terwolde was overeengekomen dat deze van de consumptiemelk 4/9 leverde en IJsseldal 5/9. Maar het fusieproces ging verder: eind jaren'60 was Coberco ontstaan uit de coöperatieve bedrijven Comego te Zutphen, de Berkelstroom te Lochem en de Condensfabriek te Deventer. Samen met Vecomi (Veluwe) ontstond in 1972 een van de grootste zuivelcoöperaties in Nederland. Binnen en buiten deze coöperatieve zuivelreus gingen in die jaren diverse fabrieken dicht: Colmschate ín 1971, Olst in 1973, Wesepe in 1981 en Bathmen in 1985. De 'Condens' nam een aparte positie in bij de Coöperatieve Condensfabriek aan de Harderwijkstraat te Deventer. Dit bedrijf is pas in 1954 gebouwd, speciaal voor gecondenseerde (ingedikte) gezoete of ongezoete melk in blik, bestemd voor de export. De melk kon per tankauto, maar ook per schip worden aangevoerd: er is een grote loskade aan de havenkant. Het Deventer bedrijf Thomassen en Drijver leverde de benodigde blikjes. Pas in 1996 sloot de fabriek zijn deuren en daarmee eindigde de zuivelproductie in onze streek . Ook bij de veehouders had mechanisatie en automatisering plaats: eerst verscheen de melkmachine, later de melkcarrousel, waar de koeien zelf in- en uitlopen en tenslotte de melkrobot. Tot 1970 was de melkbus overal nog gangbaar, de 'melkritten' naar de fabriek (eerst met paard en wagen, later de trekker) werden aanbesteed en vormden een bijverdienste voor 'kleine' boeren. De jongste ontwikkeling betreft de koeltank, waardoor de melk niet meer iedere dag hoeft te worden opgehaald. Begin jaren '80 werd in onze streek de laatste 'bussenmelk, verwerkt. Ondanks de in de vorige eeuw steeds toenemende productie hebben melkfabrieken niet veel werknemers in dienst gehad: in de beginperiode slechts enkele tientallen en in de gloriejaren had b.v. 'Nieuw Leven' in Wesepe 40 mensen op de loonlijst. De steeds verdergaande automatisering van het productieproces is daarvan de oorzaak. Een voorbeeld is de boterbereiding, waarbij de grote karntrommels weden vervangen door een 'continu boter bereidingsmachine' (wegens zijn vorm het 'boterkanon' genoemd, waar de aangezuurde melk ingaat en de boter aan de andere kant door de aangekoppelde inpakmachine in wikkels wordt afgeleverd. De fabriek in Bathmen had de Nederlandse primeur. Laatstgenoemde bedrijf was ook het enige in onze streek waaraan vanaf 1952 een kaasmakerij verbonden was. Wat is er nog over? Historische nog werkende installaties zijn alleen nog te zien in Stoomzuivelfabriek 'Freia' in het Openluchtmuseum te Arnhem. Vele gebouwen zijn geheel verdwenen zoals in 1996 de Emstermate (na brand) aan de Twelloseweg. In dit al in 1890 door de firma Lugard gestichte bedrijf werd melkpoeder gemaakt en speciale melk voor zuigelingen. Ook aan het Pothoofd had Lugard ooit een fabriek. De particuliere Stoomzuivelfabriek 'De Eikelhof” is een goed voorbeeld van optimisme: in 1897 richtte J.P.A. IJsseI de Schepper aan de Bevrijdingsweg een moderne fabriek op, die in 1911 alweer gesloten werd en Iater is gesloopt. Ook van de Olster Zuivelfabriek aan de Schamhartstraat is niets meer te zien; alleen de (nu witte) directeurswoning staat er nog. Van sommige bedrijven zijn nog gedeelten te zien, al of niet verbouwd, zoals in Wesepe en in Colmschate. Van 'Ons Belang' te Deventer (Boxbergerweg) staat het kantoor nog overeind, nu in gebruik bij de politie (in 2004). Nog vrij ongeschonden is de voormalige fabriek in Bathmen. (2004) Tenslotte is het gebouw van de vroegere Condensfabriek een goed voorbeeld van een groot complex in kenmerkende weder- opbouwarchitectuur.

gr Norman.

Deventer - div.

Link naar oorsprong tekst

Plaats

Naam vereniging / eigenaar

c/p

zjb

Producten

B. De Wit

ZHN.

Deventer- Pothooft

Kon. Fabr. imp. en Exp. G.J. en H.H. Lugard

p

‘26

b.

?-?


Deventer- Parrallelw. 3

CM. “Volharding “

p

‘26

b. cm.

1920-1926


Deventer- Smyrnastr. 2

CM. “Ons Belang “ Verbr. Coöp.

p

‘26-‘53

b. cm.

1897-1955


Deventer-

Coöp. Melkc. Deventer  “C.M.D.”

c

‘49-’55

cm.



Deventer-A.d.Broederen

(10) Melkinr. L.J.M. Jansen

p

‘41

?










Zie ook







Bathmen- Dorp 188

“B. Coöp. Z.F.” /“IJsseldal”8) /‘73 “Coberco”

c

‘26-‘77

b.

1905-1985


Colmschate-Wetering. 76

Ver. Coöp. Zuivelf. “IJsseldal”                     8)


‘51-’73

b. wp. cm

1905-1971


Wesepe- Raalterw. 57

CZ. “Nieuw Leven” L. vd. Veer                 8)

c

‘26-‘77

b.

1915-1980









versie 2017-01-05  / X6







Zuivelfabriek                              via: https://drimble.nl/cultuur/deventer/177598.html

Maker: IJ.Th. Heins

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Gemaakt op: 17 oktober 1997

Plaatsindicatie: Oerdijk 157, Okkenbroek, Deventer, Overijssel, Nederland

#Deventer

Deventer ??

   Geen venster - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl