#Ge/2020-12-20

voorgaande

voorgaande

versie-7.0

Uit Boek Veertig Zegenrijke Melkjaren 1948 - blz. 97:


 J. E. Schaap ‘verteld’


Nunspeet. De toentertijd bekendste nieuwe machines werden geïnstalleerd. De meetemmers werden vervangen door bascules, het ontromen en karnen ge­schiedde in afzonderlijke lokalen. De Schwartz vaten werden spoedig vervangen door roombassins en de Holsteinse karns moesten plaats maken voor een karn­kneder. Gestadig kwamen meer leveranciers zich aanmelden, waardoor de melkontvangst toenam, doch ook­ de afstanden, waarop de melk vervoerd moest wor­den, groter werden.

Daarom werd besloten, in Olde­broek een ontroomstation te bouwen. Toen dit bekend werd, kwamen nog meer leveranciers uit die omgeving zich aanmelden, zodat van dit plan werd afgezien, en een volledige fabriek werd gebouwd, welke op 1 Maart 1906 in bedrijf werd gesteld. Voorlopig werd hier uit­sluitend boter gemaakt. Toen meer ondermelk aan de fabriek achterbleef, werd deze naar Nunspeet ver­voerd, waarvan magere kaas werd bereid. De fabriek was niet voor kaasmakerij ingericht (geen goed pakhuis) en één en ander liet vooral door de kwaliteit der melk in de zomer, nogal te wensen over, zodat de fabricatie niet lonend was. Intussen was in Zoetermeer door de heren Monhemius en A. Noordam (later de heer van Vulpen) een melkpoederfabriek opgericht, „De Centrale Melk­fabriek" (later „Zeelandia"), overgebracht uit Zeeland, welke één der eerste melkpoederfabrieken was.


Naar melkpoeder was in binnen- en buitenland goede vraag, zodat in 1912 besloten werd, de fabriek te Oldebroek voor melkpoederfabricatie in te richten. Hiervoor werd overleg gepleegd met de machinefabriek Loog-Landaal te Apeldoorn, die een melkpoedermachine, systeem Hatmaker, zou construeren. De juiste constructie was nog geheim, doch de firma Loog-Landaal kreeg er toevallig één te zien. Het is te begrijpen, dat deze machine nog geen 100% was, zodat hiermede heel wat is afgetobd. Een ware lijdensgeschiedenis. Deze machine werd twee jaar later vervangen door een gefabriceerd door de Goudse machinefabriek.


Vermeldenswaard is wellicht het volgende: Toen een goed product werd ge­maakt, zijn er onder toezicht van een medicus (directeur van een sanatorium) proeven genomen, door aan de melk medicijnen toe te voegen en van het ver­kregen product biscuits te bakken. Dit had ten doel het den patiënten gemak­kelijker te maken medicijnen op te nemen, die moeilijk werden ingenomen. Door plotseling vertrek van deze medicus naar Indië zijn de proeven gestaakt.

Oldebroek* Part. Schaap en Co. 1906-1918 / NV van Heel  1918-1965 **

Oldebroek

In Zuiveljaarboeken

1930 t/m 1961 Stoomzuivelfabriek Van Heel’s Condenset Milk Cy. LTd. Hoofdkantoor Naarden) / Prod. Boter

1951 en 1965 Ontvangststation N.V. Van Heel’s Condenset Milk Cy. LTd te Kampen

*   Adres Zuiderzeestraatweg 253 Oldebroek

** N.V. van Heel kwam in 1965 in handen van N.V. Lijempf  hoofdlantoor Leeuwarden



▲  Gegevens

Zie ook J. Schaap: ‘Ontwikkeling-zuivelindustrie-op-de-Veluwe’-1948.pdf                     Hoofdstuk uit Gedenkboek 40 jr. VVZM

Meer over de onrust door verplichte inningen bij Zuivelfabriek in MAP - Boer Koekoek

Uit de tekst ‘Altena’ was gevestigd in Doornspijk

In 1906 opgericht als ‘filiaal’ van NV. Schaap Nunspeet. In 1918 overgegaan naar NV. van Heel (Amsterdam/Kampen)

Vanaf 1951 - mogelijk eerder - melkontvangststation van van Heel  met oa. een melkpoederfabriek in Kampen

   Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl