BCA 197.

In Zuidwolde nog één particulier - G. Wonder -die zijn boter liet keuren,  zat op “Nolderhoeve”

In 1928 stapt deze uit de BCA.

Mogelijk een nog karnende boer(in)?

Uit “De pijpen vallen” , van E.J. Werkman - ophalen

De toenemende aanvoer van melk bij de fabriek in Zuidwolde, was mede een gevolg van de opheffing van de bij het gehucht Steenbergen staande “roomafscheider” van de firma Fritzlin (ook wel Fritzlin en Maas genoemd)  te Lutten (Overijsel). In de vrij grote inrichting die uiteindelijk zelfs met stoom werkte werd de melk van boeren uit de wijde omgeving, zelfs uit Ruinen, omtroomd.

De room werd met wagens naar Lutten vervoerd om daar verder te worden verwerkt - zie ‘knipsel’ bij Lutten

Tenslotte werd te Steenbergen ook boter geproduceerd, zodat daar een complete stoomzuivelfabriek ontstond. Langzamerhand boterde het echter niet meer tussen de firma en de boeren. Te Ruinen kwam in 1896 een coöperatieve stoomzuivelfabriek tot stand, terwijl de Zuidwolder boeren zich meer en meer aangetrokken voelden tot de fabriek te Kerkenbosch (Zuidwolde). In februari 1903 besloot de firma Fritzlin daarom haar inrichting te Steenbergen te sluiten. De machines werden verkocht aan een fabriek te Den Hulst, waarin ook de machinist een nieuwe werkkring vond

   Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl