Naar gegevens

  Boek CZ. Sleen 2006

  Naar knipsels part.

  Naar knipsels coöp.

▲ Gegevens- Sleen

DAC. 12 Febr. 1895.

Er was een lezing geweest van J. J. Van Weydom Claterbos in ‘t logement Dening. Op een vraag, gaf hij als antwoord, dat hij de z.g. ondermelk van Stoomzuivelfabrieken niet minder achte dan van die, welke door handkracht worden gedreven, wanneer namelijk de vetdelen bij beiden evengoed worden verwijderd.

DAC. 30 Mrt. 1895.

E. Weggemans, alhier, werkzaam aan de Stoomzuivelfabriek der Firma Jacobs en Zn., is benoemt tot directeur der handkrachtboterfa-briek te Duurze.

DAC. 17 April 1895.

De ondernemende Firma Jacobs alhier maakte dezer dagen met hare zuivelfabriek zeer goede zaken. Haar werden namelijk van heinde en ver bestellingen van paaschboter gedaan, toebereid geheel naar de voorschriften van den Israëliti-schen ritus. Om aan al de bestellingen te vol-doen was het noodig, dat tijdelijk de melk van omliggende gemeenten werd aangevoerd. De melkbussen door Israëliten gezuiverd, werden daarna verzegeld, totdat zij de melk opnamen, Veel, werk alzoo, maar ‘t werd beloond.

Het boek “De zuivelfabriek in Sleen” 1894 - 1969, - uitgekomen in 2006 - met als ondertitel ‘Over de boterfabriek, de boer, de koe en de melk’,  is een prachtig boek over de geschiedenis van de plaatselijke boterfabriek. Een voorbeeld  van hoe een buitenstaander - schrijver Kees de Weerdt was vele jaren werkzaam als neuroloog - een prachtig beeld oproept van vervlogen tijden. Meer over dit boek bij de Historische Vereniging te Sleen www.streekeigensleen.nl/  

kijk bij verkoop artikelen Eu. 15.--              (2015-06-24)

Rokende pijp en bolderende wagens

Bron: Dagblad van het Noorden ?? maart 2006                    

Door Jan Wierenga

Kees de Weerdt uit Dip­hoorn heeft een boek ge­schreven over de zuivel­fabriek in Sleen.

Dit werk, De zuivelfabriek in Sleen 1894 -1969, met als ondertitel ‘Over de boter­fabriek, de boer en de melk’, is een uitgave van de Stichting Streekeigen Sleen en wordt 20 mei 2006 officieel gepresen­teerd.

De melkfabriek stond op de Brink in Sleen. Het markante gebouw is er niet meer - een lot dat vele zuivelfabrieken op het Drentse platteland trof - maar de plaats is nog goed her­kenbaar, omdat daar nog al­tijd de voormalige directeurs­woning staat. De fabriek druk­te 75 jaar een stempel op het dagelijks leven in het dorp.

Het gebolder van aan- en afrij­dende melkwagens, de vracht­wagen van de fabriek, de rook­kolommen die uit de fabrieks­pijp kwamen, de stoomfluit: het waren niet te missen ele­menten.

Kees de Weerdt be­schrijft de geschiedenis van de onderneming aan de hand van notulen en andere documen­ten. Maar er werden ook ge­sprekken gevoerd met oud medewerkers, met de nazaten van de drie directeuren die er zijn geweest, met kinderen van bestuursleden en met vee­houders die nog melk hebben geleverd aan de Slener fa­briek.

En omdat een melkfa­briek ook alles te maken heeft met het boerenbedrijf, de koe en de melk, wordt ook daar­aan ruime aandacht besteed. Dit alles verluchtigd met tallo­ze foto's en afdrukken van do­cumenten, gedeeltelijk in kleur.

De zuivelfabriek van Sleen  is weer zo'n mooi voorbeeld van wat er binnen een histori­sche vereniging aan lokale ge­schiedschrijving tot stand kan worden gebracht

  Voorwoord

De zuivelfabriek, ofwel de boterfabriek, aan de Brink in Sleen werd in 1894 gebouwd.

In 1969 werd de fabriek gesloten en kort daarna afgebroken.

Het huis van de directeur staat er overigens nog steeds.

Het is alweer enkele jaren geleden dat de Stichting Streekeigen Sleen, de historische ‘vereniging' van de vroegere gemeente Sleen, het plan opvatte om de geschiedenis van de fabriek te beschrijven, die zo lang een centrale rol heeft gespeeld in het midden van het dorp.

Er werd een werkgroep gevormd die bestond uit de volgende leden: Bert Haan, Gerrit Hagenouw, Albert Hidding, Aaltienus Lansen, Roelie Klinkha-mer-Lubbers, Gerrit Kuipers en Asse Nijboer.

Zij hebben het historisch materiaal verzameld, de notulen en verslagen gelezen en hiervan een uit­treksel gemaakt. Natuurlijk heeft de schrijver deze documenten ook gelezen.

Verder werden gesprekken gevoerd met tal van personen die direct of indirect bij de fabriek betrok­ken zijn geweest.

Er werd gesproken met A.E. de Boer-de Vries, Roelof Bos, Willem Brakels, Jantien Eelman-Schans, Hendrik Groothuis, Jaap de Haan, Albert Hidding, Nettie Huisman, Johannes Huisman, Jaap Huishof, Hendrik Jansen, lans Kamps, Gezina Olthof-Snijders, Eggie Reinders- Kamping, Jan Roebersen en Anti­nus Stock en met de oud-bestuursleden Geert Elving, Hrs. Heling, Jan Renting, Jan Sikken, Jan Schaan­ge Wilting en Jan Ziengs.

Zij beschikten vaak over foto's en documenten, die op de fabriek betrekking hebben en afgedrukt zijn in dit boek

Egbert Hilbrands en Gerrit Hegen leverden ieder een eigen bijdrage. Gerrit Hegen, dierenarts in Sleen, stelde boeiend documentatiemateriaal over veeziekten, waarover in dit boek geschreven wordt, ter beschikking.

Alle belangrijke documenten, zoals de notulenboeken, kasboeken, registers en andere akten bevin­den zich in het Drents Archief te Assen.

Ze zijn te vinden onder de rubriek ‘Zuivelfabrieken in Drenthe'.

In het archief van de gemeente Coevorden zijn nog enkele bouwtekeningen te vinden en enkele brieven waarin verschillende personen, waaronder de familie Jacobs, een verzoek indienen om een boter­fabriek te beginnen in het dorp Sleen.

Gelukkig is er in het archief van de stichting ook het nodige documentatiemateriaal.

Natuurlijk is met dit boek het laatste woord over deze fabriek en over de vele mensen die er bij betrokken waren niet gezegd.

Er zullen zeker nog nieuwe gegevens en interessante foto's te voorschijn komen. Gelukkig bestaat dan de mogelijkheid deze te publiceren in het blad van de stichting 'Oes Eigen Streek'. Als er bepaalde leeftijden of andere datums worden genoemd dan is er vrijwel steeds uitgegaan van het jaar 2004

De huidige secretaris van de stichting Wim Dijkstra was nauw betrokken bij het tot stand komen van dit boek.

Dinie Haasken-Hoving en Roelie Klinkhamer-Lubbers uit Sleen hebben de tekst nauwkeurig gelezen en van de nodige opmerkingen voorzien.

Het aandeel van Aaltienus Lansen uit Noord Steen aan dit boek is zeer groot.

Hij heeft het manuscript kritisch gelezen, maar bracht ook, haast voortdurend, nieuwe feiten naar voren al dan niet voorzien van mooie foto's. Ook in zijn eigen archief zijn verschillende interessante documenten te vinden, die in dit boek zijn verwerkt.

Velen zijn dus betrokken geweest bij het tot stand komen van deze geschiedenis van de boterfabriek.

De schrijver blijft natuurlijk verantwoordelijk voor het eindresultaat.

                                                                                                    Kees de Weerdt

▲  Boek ‘De Zuivelfabriek in Sleen 1894-1969

Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl