#Dr.b/2020-08-06

 /drenthe

voorgaande

voorgaande

versie-7.0

Provinciale Drentsche en Asser Courant 1933-09-30


Het 25-jarig bestaan van de Beiler Zuivelfabriek

Zilveren ambtsjubileum van Directeur en Botermaker.


“Verleden te Beilen op 4 Mei 1907 in het logement van Roelof Bosman in tegenwoordigheid van den heer Johan Christoffer van Weydom Claterbos. Aldus het slot van de langademige akte, waarbij ruim 26 jaren geleden de vooruitstrevende landbouwers uit deze omgeving de coöperatie stichtten, waaruit de tegenwoordige Coöp. Fabriek van melkproducten „Beilen”, is gegroeid.


Morgen, 1 October 1933, zal het 25 jaren geleden zijn, dat de fabriek voor het eerst de melk van de toenmalige leden verwerkte. Tegelijk vieren dan ook twee leden van het personeel, nl de directeur, de heer B. J. Kooistra en de le botermaker, de heer H. Noordhuis, hun zilveren ambtsjubileum. Het spreekt wel haast vanzelf, dat Bestuur en Commissie van Toezicht dezen belangrijken datum niet ongemerkt voorbij wilden laten gaan.

Daar de officiële dag op Zondag valt werd besloten Dinsdagmiddag as. gelegenheid te geven om bestuur en jubilarissen in café Prakken te complimenteeren. Woensdagavond zal de leden in een daartoe opgerichte feesttent achter hotel Koopman te Beilen een feestavond worden aangeboden, waarbij het gezelschap van Riemsdijk medewerking verleent.

Bovendien heeft het bestuur aan alle leden nog een andere verrassing bereid. Als dit blad in handen van de lezers komt, zal juist bij de Beiler veehouders het feest met klinkende munt zijn ingeluid


Vanmorgen is bij alle leden een extra uitkeering bezorgd van 10% van het door hen in de periode van 1 Mei t.m. 26 Augustus 1933 ontvangen melkgeld. Bestuur en Commissie van Toezicht hadden in deze moeilijke tijden den leden geen welkomer cadeau kunnen aanbieden. Het is tevens een sprekend bewijs voor de gezonde financieele positie van het bedrijf, dat 25 jaren geleden door de vooruitziende oprichters werd gesticht.


De oude toestand

Er is in die jaren al veel veranderd. Toen de eerste plannen voor de „Stoomzuivelfabriek” werden geopperd, waren er in de streek, die nu de melk naar Beilen zendt, alleen nog maar handkrachtfabrieken. Beilen alleen telde er niet minder dan drie. Dicht bij de kerk stond de fabriek van de Coöperatie „De Hoop”, waaraan verschillende Beiler veehouders hun melk leverden, de Eursinger boeren waren vrijwel alle bij een fabriekje in de Hekstraat in het pand, waar nu een likeurstokerij en mineraalwaterfabriek is gevestigd, terwijl op de toenmalige „Kleine Brink” de speculatieve fabriek van den heer Tijmes was gevestigd. De verschillende gehuchten rondom Beilen hadden allen hun deels coöperatieve, deels particuliere fabriekjes.

Er waren in de naaste omgeving tenminste zes en wel te Hijken, Brunsting, Alting, Holthe, Wijster en Drijver. Dag in dag uit, draaiden menschenhanden uren achtereen aan het groote rad, dat primitieve toestellen in beweging moest brengen.

Het bestuur van de Coöp. „De Hoop” heeft met haar toenmalige directeur, de heer Veeninga, thans directeur van de zuivelfabriek te Colmschate, de zaak het eerst aangepakt. De heer van Weydom Claterbos, toen en thans nog, rijkszuivelconsulent voor Drenthe stond hun daarbij krachtig ter zijde. Maar het ging in die dagen niet gemakkelijk.


Het zou een armwerkhuis voor de boeren worden

Een fabriek met stoom en een groote woning voor den directeur, dat moest op een fiasco uitloopen. Het zou een armwerkhuis voor de boeren worden. Allerwegen tegenwerking en achterdocht. De ondermelk van zoo'n Stoomfabriek, waar alle vet was uitgestoomd, moest voor de fokkerij waardeloos zijn. Het was nog in de dagen, dat de koopman voor elk varken 30 centen inhield op den verkoopsprijs voor het risico van t.b.c.


Hiertegenover stelde de Stoomzuivelfabrisk direct de pasteurisatie. Het nieuwe en betere won den strijd. De harde werkers zagen hun arbeid beloond. Op 4 Mei 1907 werd de nieuwe Coöperatie opgericht; waarin de Coöp. „De Hoop” werd opgnomen.


Bij de Stichtingsakte compareerden als gevolmachtigden voor de Beiler boeren Lubertus Ronds en Jan Otten; voor Brunsting Jan Popping Rzn., en Bart Strijk; voor Ter Horst en Smalbroek Simon Kuipers; voor Spier Roelof Sissingh Prakken en Roelof Wilms, voor Beilervaart Hendrik Koekoek en Johannes Klaassen (thans nog bestuurslid) en voor Wijster Willem Popping Rzn., Jan Weurding, Wicher Koning en Bouke Mulder.

Nu moest de nieuwe fabriek worden gebouwd. Eigenaardig en vermeldenswaard is, dat de aannemer van toen de heer R. F. Moorman, thans de voorzitter van het bestuur der fabriek is. De tegenwoordige gemeente-opzichter de heer H. de Jonge, was met het dagelijksch toezicht belast en maakte een jaar later ook deel van het bestuur uit.

De fabriek kwam in den zomer van 1908 gereed. Het uiterlijk aanzien van het gebouw was van den wegkant af vrijwel als thans. Toch heeft de fabriek in de loop der jaren menige verandering ondergaan. Van de geheele inrichting van 1908 staat nu nog alleen een stoommachine, welke lang niet meer toereikend is voor het geheele bedrijf.

Ongeveer 10 electromotoren leveren een belangrijk gedeelte van de thans gebruikte kracht. De groote veranderingen, ook in het uiterlijk van het gebouw, zijn voor het publiek grootendeels onzichtbaar, daar uitbreiding steeds plaats vond aan de van de straat afgewende zijde.


Dit geheele gebouwencomplex, met alle machinerieën, vertegenwoordigt een aanzienlijk bezit, doch staat op de balans slechts voor een gering bedrag.


De groei

Toen 1 October 1908 voor het eerst de melk werd verwerkt, leverden 113 leden ongeveer 2400 Liter. Vandaag zullen de machines het tienvoudige of ongeveer 24000 Liter van 680 leden moeten verwerken.

Enkele cijfers uit het verleden kunnen den groei en bloei van het bedrijf beter dan woorden teekenen.

Het eerste boekjaar liep van 1 Oct. 1908—30 April 1909, dus over een periode van 7 maanden, zoodat wij de cijfers daarvan niet als uitgangspunt kunnen nemen. Het eerste volle boekjaar van 1 Mei 1909 —1 Mei 1910 werd 1.418.702 L. melk verwerkt. En verder:

         boekjaar 1914 —'15 : 3.457.462  L

  1919 —'20 : 3.736.219  L

  1924 —'25 : 6.345.906  L

  1929 —'30 : 9.622.529  L

Ook thans schommelt de jaarlijksche omzet nog omstreeks 9½ milloen Liter.

Met deze omzet is de fabriek de vierde in de rij der Drentsche zuivelfabrieken na Hoogeveen, Roden en Assen.

Het eerste bestuur had zulk een groei zeker niet kunnen voorzien. Van de toenmalige bestuursleden zijn de meesten reeds gestorven. Het waren de heeren : Lubertus Ronds, Beilen; Jan Otten, Beilen; Jacob Brunsting, Beilen; Roelof Sissingh Prakken, Spier; Hendrik Koekoek, Beilervaart; Jan Popping, Wijster; Johs. Dikker, HalerDbrug; Hendrik Olde, Halerbrug; Klaas Pol, Halerbrug; Johannes Klaassen, Beilervaart; Aaldert Brunsting, Brunsting en Albert Beugel, Smalbroek.

De Commissie van Toezicht bestond uit de heeren Jan Valentijn, Beilen, Jacob Doornbos, Halerbrug, Derk Vos, Brunsting en Willem Constantinus Berghuis te Beilen. Het was in die dagen met het aantal bestuursleden vreemd gesteld. De verschillende gehuchten waren er in vertegenwoordigd, naar gelang van het aantal koeien uit die omgeving. Steeg het aantal koeien boven 50, dan kwamen er twee bestuursleden bij. Zoo kon het gebeuren dat tenslotte 17 bestuursleden en 5 leden van de commissie van toezicht met den directeur de leiding der fabriek in handen hadden.

Hierin werd in 1916 door statutenwijziging verandering gebracht en sinds dien bestaat het bestuur uit vijf en de commissie van toezicht uit drie leden. Een lijst van allen, die in den loop der jaren van deze colleges deel hebben uitgemaakt, zou te veel ruimte vergen. Wij noemen slechts de namen van de voorzitter van het bestuur. Het waren : van de oprichting tot 1909 L. Rons; van 1909 tot 1916 A. Brunsting; van 1916 tot 1920 M. Oosterveld en van 1920 tot heden R. F. Moorman.


Het tegenwoordige bestuur

bestaat uit de heeren : R. F. Moorman, Beilen, voorzitter; Joh. Klaassen, Beilervaart, secretaris ; L. Vredeveld, Smalbroek, vice-voorz.; Jac. Meijering, Klatering en A. Dijkema, Looveen, leden. In de


Commissie van Toezicht

hebben thans zitting de heeren: R. Popping, Eursing, voorzitter; W. Schimmel, Drijber, secretaris en Egb. Scheper, Hijken, lid.


Caseine

Hoewel de fabriek thans is ingericht voor de fabricage van verschillende zuivelproducten werd aanvankelijk alleen slechts boter gemaakt. In 1917 begon men voor het eerst met een ander product nl. Caseine

Dit was in de jaren van de wereldoorlog. Veevoeder voor het mesten van varkens was schaarsch, waardoor het aantal krulstaarten daalde. De boeren konden de ondermelk niet meer gebruiken, zoodat hiervoor een uitweg moest worden gevonden. Dit leidde tot de fabricage van caseïne, een oorlogsartikel, dat vooral naar Duitschland werd uitgevoerd als plakmiddel voor vliegtuigbekleeding. Ook was het een zeer gewild industrie-artikel. De prijs was fabelachtig hoog. Per Kg. werd grif f 3,50 betaald met een consentrecht van f 0,70 per Kg. De ondermelk bracht toen bruto á 9 cent per Liter op. Nu wordt aan de boeren ¾ cent per Liter netto uitbetaald. Wel een schrijnende tegenstelling tusschen die vette oorlogsjaren en thans, nu we, naar we hopen, zitten in de kern van de depressie.


Lang heeft dit winstgevend zaakje niet geduurd. Toen in 1918 de vredesonderhandelingen begonnen, kwamen de grenzen weer vrij. Het produceeren van oorlogsartikelen verloor haar beteekenis en er was weer voer te krijgen. De mesterij leefde op, tot in de periode 1924—'25 de invoer van z.g. Londensche varkens naar Engeland werd beperkt. De varkensmesterij voor Londen had hier een groote omvang aangenomen en stond plotseling vrijwel stil. Gevolg: overvloed van ondermelk, waarvoor opnieuw een oplossing moest worden gezocht. De

Kaas- en melkpoederberelding werd ingevoerd

In het voorjaar van 1925 was de Beiler fabriek een der eersten in Drenthe welke de kaasbereiding ter hand nam. In den loop der jaren is de omzet aanzienlijk toegenomen. De melkpoeder is hoofdzakelijk bestemd voor de chocolade- en biskwie-industrie. Ook de bakkers verwerken het vrij veel. Meelkoekjes worden voor een belangrijk deel uit magere melkpoeder bereid. Vette melkpoeder wordt o.a. in melkchocolade en bonbons verwerkt. De Beiler melkpoeder heeft om haar uitstekende kwaliteit op de markt altijd een goede reputatie genoten en is zeer gewild. Het aantal fabrieken, dat dit artikel produceert is altijd nog vrij beperkt. In Drenthe zijn het er in het geheel een zestal. Dit artikel wordt naar bijna alle deelen van de wereld uitgevoerd. De Beiler melkpoeder komt niet alleen in België, Frankrijk, Engeland en Tsjechoslowakije, maar zelfs in Afrika en Palestina.

In Duitschland hebben de Hollandsche veehouders door de hooge invoerrechten echter een belangrijke afnemer verloren. Een fabriek in Duitschland, waarop 3000 meisjes werkten, was klant van de Beiler Zuivelfabriek, die er bijna niet genoeg kon leveren. Dat is nu voorbij. Toch is nog steeds de melkpoederfabricage beter loonend dan de kaasmakerij. Sedert de zomer van 1932 wordt aan de fabriek te Beilen daarom geen kaas meer gemaakt.


Ook voor verbetering der veestapel heeft de fabriek te Beilen steeds geijverd. Zij heeft daarbij getoond voor de belangen van de veehouders een open oog te hebben. Zoo werd o.a. door haar medewerking in 1930 de controlevereniging opgericht en worden jaarlijks in de maand Mei nog vanwege de fabriek stierenkeuringen gehouden.

Ook bij de centrale-jongveekeuringen speelt de zuivelfabriek een rol. Wel is waar moet in dit verband de controlevereniging in de eerste plaats worden genoemd, doch zij zou bij haar arbeid de morele en financiële steun van de zuivelfabriek niet kunnen missen. Dank zij haar medewerking is de jongveekeuring te Beilen kwantitatief uitgegroeid tot de grootste in de provincie.

Hoezeer daarbij ook de kwaliteit vooruit is gegaan, heeft men nog deze week in ons blad kunnen lezen in de lofzang, welke onze deskundige medewerker daarop heeft gezongen.


Wij hebben hiermede het voornaamste uit de verstreken kwarteeuw in herinnering gebracht. Nog dient gemeld dat de fabriek van de oprichting af lid is geweest van den Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Drenthe en daardoor ook is aangesloten bij den algemeenen Nederlandschen Zuivelbond )FNZ.). In 1912 sloot de fabriek zich tevens aan bij de Coöp. Landbouwersbank te Meppel, welke aanvankelijk in Beilen een depot vestigde voor de afgifte van verpakte artikelen. Hoezeer ook dit bedrijf, dat met de zuivelfabriek in nauw contact staat, vooral de laatste jaren is uitgegroeid, toont het groote gebouw aan het eind van de stationslaan, waarin thans het filiaal gevestigd is.


De jubilarissen.

Verschillende gegevens voor bovenstaand stuk werden ons welwillend verstrekt door den eminente directeur, doch het was opvallend hoe deze daarbij zijn eigen jubileum op den achtergrond trachtte te schuiven, als gold het alleen het jubileum van de fabriek en het zilveren jubileum van den heer Noordhuis, die van de oprichting af met de leiding van de botermakerij belast is geweest en steeds tot volle tevredenheid van bestuur en superieuren zijn werk had verricht.

Ook het jubileum van directeur Kooistra zal, naar wij meenen te weten, niet zoo ongemerkt voorbij gaan als de heer Kooistra het wel wilde voorstellen. Hoezeer de fabriek onder zijn energieke leiding is gegroeid toonen bovenstaande cijfers overduidelijk aan. Ook in zuivelkringen is de heer Kooistra overigens zeer bekend. De lijst van functies, welke hij bekleedt, volgt hieronder en spreekt voor zichzelf. Wij noemen de volgende:.

Lid van het dagelijksch bestuur van den bond van Coöp. Zuivelfabrieken in Drenthe;

lid van het bestuur van de Alg. Ned. Zuivelbond;

lid van het bestuur van het botercontrolestation Assen;

voorzitter van de samenkomst van directeuren van bij de Drentsche Bond aangesloten fabrieken;

lid van de commissie voor vaststelling van de wekelijksche Ned. boternoteering;

lid van de commissie van advies voor de crisis-zuivelcentrale en

lid van de commissie van advies voor het crisis-zuivelbureau.


Bovendien was de heer Kooistra meermalen lid van verschillende speciale commissies van de FNZ. Bij dit alles vond de jubilaris dan nog tijd om ook aan het plaatselijk verenigingsleven opgewekt deel te nemen. Hij is tevens voorzitter van de afd. „Beilen” van den Ned. Prot. Bond, secretaris van de ijsclub „WIK.”, voorzitter van de afd. Beilen van de Mij. tot Nut van 't algemeen en voorzitter van het district Drenthe van die Maatschappij.

Het zal den in zuivelkringen en in het dorpsleven zozeer bekende directeur de komende dagen zeker niet aan belangstelling ontbreken. Wij wensen van deze plaats hem en den anderen jubilaris Noordhuis met het wakkere bestuur en de commissie van toezicht van harte geluk.

Mogen zij op de ingeslagen weg voortgaan en de Beiler fabriek voeren tot steeds grooteren bloei in het belang van de landbouwers en de gehele gemeente.

Directeur B. J. Kooistra

1e Botermaker H. Noordhuis




Beilen - Coöp. / Domo - 3/3

Beilen CZ. ‘Beilen’ 1908-1948


 CZ ‘Beilen’ 25 Jr. Jubileum in PDAC 30 september 1933

 NvhN over 25 Jr. Jubileum Coöp. Melkfabriek “Beilen”

 1933-10-04 Verslag zilveren zuivelfeest te Beilen (PDAC)

naar INDEX Beilen voorgaande pagina

Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

voorgaande pagina